Het oog op Arend

Het verhaal van een jonge soldaat – Van Nederland naar Indië /Indonesië 1946 -1949


Het PETA-museum in Bogor

Standbeeld van generaal Sudirman bij het PETA-museum

Op 28 mei bezochten wij het PETA-museum
in Bogor. Hier was in koloniale tijden de belangrijkste kazerne van het toenmalige
Buitenzorg. Buitenzorg, genoemd naar het paleis dat daar al in de 18e
eeuw was gebouwd. De naam verwees naar de prettige omgeving en het goede
klimaat vergeleken bij het drukke en hete Batavia (nu: Jakarta). Toen mijn
vader eind 1946 in Buitenzorg arriveerde was het de minst toepasbare naam die
je kan bedenken. Buitenzorg vormde de grens tussen de gebieden die werden
beheerst door de troepen van de Republik Indonesia en het Nederlandse leger.



Het PETA-museum is gevestigd in een voormalig militair kampement van het KNIL
of volmondig: het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger. Tijdens de Tweede
Wereldoorlog gebruikte het Japanse leger het als kazerne en zij werden
opgevolgd door Britse Gurkha’s. Ook werden vele Nederlanders vanuit de Japanse
concentratiekampen hier tijdelijk ondergebracht. Dat leek in de gevaarlijke
situatie van dat moment de veiligste plek voor velen. En vervolgens kwam het
Nederlandse leger er om het Nederlandse gezag in ‘ons Indië’ te herstellen. De
eenheid van mijn vader werd gelegerd in een gebouw aan de hospitaalweg, nu de
Jalan Pengadilan, die de verbinding tussen station en hospitaal vormde.

Ondertussen vormde de kazerne het centrum van de Nederlandse militaire
aanwezigheid in Bogor. Op het kazerneterrein heeft mijn vader hoogstwaarschijnlijk
aan een voetbalwedstrijdje deelgenomen. Helaas kan ik de deelnemers aan de
wedstrijd niet herkennen op de betreffende foto in zijn oude fotoalbum met als
bijschrift: “sportveld 14e bataljon, Bogor”. Een bijzondere foto,
want ik weet dat hij weleens klaagde of het gebrek aan kleding, maar dat het zó
erg was heb ik nooit zo begrepen. Er zijn gelukkig ook foto’s waarop de soldaten
wél gekleed gaan, al is het een aftands allegaartje.  

Inmiddels is de
kazerne opgesplitst in twee delen, deels is het nog altijd in gebruik als kazerne
door het Indonesische leger en deels is het nu het PETA-museum. Wij gingen
onschuldig eerst naar het kazerne-gedeelte. Daar hadden we via Google een voetbalveld
gevonden. Een soldaat maakte ons echter allervriendelijkst duidelijk dat we het
kazerneterrein niet op mochten. En toch, na enig overleg, mochten we onder
begeleiding van twee man Militaire Politie naar de rand van het voetbalveld.

Wat later werden we door de opnieuw allervriendelijkste gids rondgeleid door
het PETA-museum. De PETA (Pembela Tanah Air) 
werd in 1943 door de Japanners opgericht en vormde een Indonesisch hulpleger voor de Japanners.  Hoewel de PETA begin 1945 werd ontbonden, vormden de voormalige leden van deze militaire eenheid de ruggengraat van het nieuwe Indonesische leger. Generaal Sudirman, de legerleider van het Indonesische leger, was officier van de PETA geweest.  

De toerist en de gids

Het museum bevat vooral een grote hoeveelheid wapentuig en enkele diorama’s om de
belangrijkse momenten te illustreren. Onze gids vertelde dat een deel van de
gebouwen op het kazerneterrein door de Nederlanders is gebouwd en een deel door
de Japanners. Haar voorkeur ging uit naar de Nederlandse bouwkunst, koel door
de hoge plafonds en degelijk gebouwd, zodat het na al die jaren nog altijd
prima bruikbaar is.

Maar, Holland in de tropen, wat haar speciaal aanstond waren de sleuven voor de
fietsen. Het was de eerste en laatste vorm van fietsenstalling die ik in Indonesië
heb gezien.

Onze gids bij de fietssleuven

 

 

 


Plaats een reactie